Ik zie haar zoeken. Tussen de bladzijden van een boek. Op het scherm van haar nieuwe cursusmateriaal. Doorheen de woorden die anderen spreken. Andere mensen. Altijd maar sprekend. Menend. Denkend. Verklarend. Altijd maar dolend. Tussen herinneringen en gedachten. Tussen het verleden en de toekomst. Tussen wat zou moeten en wat is.
Ze dreigt te vergeten wat ze als kind wist. De poes wist het ook, en de hond. Het was hun geheim. Daarom waren ze zulke vrienden. Maar toen werd ze ouder en kreeg ze lessen. Haar gedachten werden geconditioneerd en geautomatiseerd, net zoals die van haar moeder en die van haar moeder. Op een dag zat ze zo vol gedachten dat ze die gedachten werd. De poes zag het gebeuren, en de hond ook. Langzaam zagen ze haar wegdrijven, en de kloof tussen hen werd steeds groter.
Soms zien ze elkaar nog, het meisje en de hond. Dan vangen ze een glimp op van elkaar, maar kunnen ze elkaar net niet raken. Net niet. Daarvoor lijkt zij ineens te groot te zijn geworden. Ze staat zo hoog nu, dat ze op de hond alleen nog kan neerkijken. Met haar ogen die alleen nog maar gedachten projecteren, en met woorden die de kloof verbreden. Het zijn niet haar woorden. Ze zijn van andere mensen, maar daar is ze zich niet langer van bewust.
Ik zie haar zoeken naar die vriend van vroeger. Toen alles nog eenvoudig was. Toen ze nog weinig wist en veel voelde. Toen ze nog weinig deed en veel was. Maar haar blik is zo troebel nu, dat ze niet kan zien dat hij al die tijd al voor haar stond. Het enige wat ze hoeft te doen, is met die lange benen die kloof over te stappen, en neer te hurken. Dat ze dat eigenlijk kan doen, beseft ze plots. Eén been, en dan het volgende. Hop! Dat hoofd uit die wolken van gedachten en dat hart op gelijke hoogte van haar vriend.
Ze knippert.
‘Waar was jij al die tijd?’ vraagt ze.
‘Hier,’ antwoordt de hond, ‘waar was jij?’
Ik zie het meisje in de meeste vrouwen die over de jaren met me in gesprek gingen over hun hond. Soms is het een jongen, maar altijd zijn ze op zoek. Niet zelden naar zichzelf. De hond neemt hen enkel bij de poot. Eigenlijk zijn alle honden levenscoaches. De ene al wat geduldiger dan de andere. Net daarom is het zo belangrijk om aandacht te hebben voor hen. Werkelijk en vanuit een nieuwsgierige bescheidenheid. Dat is ons als grote mensen echter zo afgeleerd, dat het een proces is om die verwondering terug te vinden.
Laten we de rollen omkeren en aandacht hebben voor wat andere dieren ons leren. We kunnen dat. Al wat we hoeven te doen, is onze lange benen over de kloof zwieren die we zelf hebben gegraven. Wees gerust, die kloof ziet er dieper uit dan hij is.
Om je hierin aan te moedigen starten we met de terugkerende workshop ‘Animal scribax’. Het is eens iets anders en het is iets waar de westerse hondenwereld nood aan heeft. Hier oefenen we onze aandacht te leggen op het Nu. Daarbij creëren we de ruimte om gedachten te laten floreren en stil te staan bij wat we voelen. We oefenen erin om dichter te komen bij onze intuïtie en leren daarbij geconditioneerde opvattingen over honden te ontmaskeren.

We laten de teugels vrij tijdens zintuiglijke oefeningen en schrijfopdrachtjes* waarin we samen oefenen op werkelijk aanwezig zijn bij onszelf, het moment en de dieren waarmee we samenleven. Er is daarbij voldoende gelegenheid om specifieke vragen te stellen en wie weet, ontmoet je daarna wel een bijzondere geit.
Elke workshop biedt verschillende oefeningetjes aan. Wanneer je je na een eerste deelname thuis voelde, kan je daarna dus opnieuw deelnemen voor een verschillende ervaring.
Voel je je aangetrokken? Je bent niet alleen. Meer en praktische informatie kan je hier terugvinden.
*No worries. Je hoeft je schrijfseltjes met niemand te delen. Ze zijn hélemaal van jou en ze zijn er om je te helpen een beetje dichter te komen bij jezelf en het moment. Chillax.
Door Ineke Vander Aa