Dat honden afstamden van wolven, dacht ik vroeger ook. Waarom iedereen daar precies van overtuigd was, was bijzaak. Het leek zo evident: eerst waren er wolven, en toen domesticeerden mensen enkele daarvan. Daarmee werd verder gekweekt, en het resultaat zijn de honden die in onze sofa soezen of op vuilnis azen. Het idee zat zo diep in onze gedachten geworteld, dat we er zomaar vanuit gingen dat honden ook een beetje wolven waren. Kijk maar naar de husky, meent men bijvoorbeeld vandaag nog, één van de rassen die zogenaamd het dichtst bij de wolven staan.
Vandaag weten we dat een husky evenveel hond is als een labrador, en dat honden vooral honden zijn, en geen wolven.
Decennia aan trainings- en opvoedingsmethodes worden opnieuw geëvalueerd en bijgeschaafd. Dat zijn de boeiende tijden waarin we leven. De honden die al zo lang naast ons leven, worden nu onthuld hoe ze écht zijn, als hond en niet als wolf.
Waarvan komt hij dan wel?
Raymond en Lorna Coppinger (biologen die jarenlang honden hebben geobserveerd binnen verschillende continenten en leefomgevingen) houden er met hun no-nonsense houding drie grootste theorieën aan over, en het is belangrijk dat we die niet als afgelijnde mogelijkheden beschouwen, maar dat we ons openstellen tot de mogelijkheid dat er verschillende, door elkaar stromende rivieren bestaan die tot de oorsprong van de hond hebben geleid.
Voornamelijk leiden de wegen naar ‘adaptation to local conditions by natural selection’, wat inhoudt dat de hond gaandeweg zichzelf heeft ontwikkeld naargelang de omstandigheden en manier van voedsel te vergaren. Met name door minder te gaan jagen, maar zich eerder op te stellen als aaseter nabij menselijke nederzettingen. Dat natuurlijke selectie hier heerst, zien we aan het hedendaagse uiterlijk van straathonden binnen verschillende klimaten. Straathonden (die zelf kiezen met wie ze zich voortplanten) delen een bepaalde grootte, vorm en vachttextuur afhankelijk van de temperaturen, vochtigheidsgraad, altitude en latitude waarin ze leven. Daaraan zien we dat honden, net zoals andere wilde diersoorten, zich op lange termijn hebben geëvolueerd in coherentie met hun omgeving en voedselbronnen.
Het pittoreske beeld van een primitieve vrouw die een wolvenpupje aan haar borst legt, lijkt daar tegenover een eerder bizar teken van de manier waarop mensen graag vooral hun eigen soort in de belangstelling zien. Zou het kunnen dat de voorvader van de hond zich tot de hond heeft geëvolueerd, zonder onze directe invloed?
Indirect had onze (voedsel en menselijke) afval wellicht invloed op de overlevingskansen van de individuen die zich korterbij waagden om aan voedsel te komen. Maar stel je voor dat er iets gebeurde waardoor de populatie honden voornamelijk werd uitgeveegd. Ze werden bijvoorbeeld ziek, en slechts enkele individuen overleefden. Toevallig hadden deze individuen voornamelijk een zandkleurige vacht of een krullende staart. Deze honden zorgden voor nakomelingen, die de zandkleurige vacht of krulstaart verder opnamen als dominant gen binnen de voortplanting. Dit noemen de Coppingers een ‘founder effect’, waarbij een grotere populatie wegens een ramp in de geschiedenis te herleiden valt tot enkele voorouders met een bepalende, doch toevallige, eigenschap.
Als we kijken naar wat er vandaag nog steeds gebeurt binnen primitievere volkeren, dan werpen we misschien een blik op een jammer maar logisch verleden. Hier worden honden voor een bepaalde eigenschap gebruikt. Een pup die er schattig uitziet, kan gebruikt worden om te verkopen aan toeristen. Een hond die goed kan hoeden, kan ingezet worden als schapenhoeder in afgelegen gebieden. De pups die er dan minder schattig uitzien of minder goed hoeden, worden achtergelaten of gedood. Dat heet mooi ‘postzygotic culling by humans’. De schattige pup en goede hoeder groeien op en kunnen voortplanten, waardoor er langzaam en vrij per ongeluk een ras ontstaat.
Waar komen die wolven dan in beeld? Daar laat ik jou nog wat over denken.
De wetenschap rond honden is sterk evoluerend, en ieder nieuw inzicht moedigt ons aan om onze geest te verruimen. Als de hond, los van de wolf, zich als eigen diersoort heeft ontwikkeld naargelang zijn omgeving, dan stelt dat de manier waarop we de voorbije decennia met onze honden omgaan (vaak nog gebaseerd op onderzoeken op wolven in gevangenschap) sterk in vraag.
Bron: What is a dog?, Raymond Coppinger & Lorna Coppinger